Introductie

Eerst ontspannen
Voordat u aan de slag gaat, probeert u uw lichaam volledig te ontspannen.
Maak gebruik van uw buikademhaling en neem de tijd. Voel hoe uw lichaam de (spier)spanning loslaat. Ook tijdens het uitvoeren van de oefeningen, blijft u rustig doorgaan met deze buikademhaling. Met andere woorden; let erop dat u uw adem niet inhoudt.

Zo haalt u adem vanuit uw buik
Er zijn twee verschillende manieren om adem te halen: met de borst en met de buik:

– Bij de borstademhaling trekken de spieren tussen de ribben zich samen. De borstkas wordt groter, waardoor er lucht in de longen wordt gezogen. Tijdens het ademhalen wordt de borst zichtbaar naar voren en omhoog bewogen en spannen de nek- en schouderspieren zich aan.

– Bij de buikademhaling daalt het middenrif, de ruimte in de borstholte wordt groter en er wordt lucht in de longen gezogen.
De buik zet enigszins uit, omdat de organen naar voren worden gedrukt. Een diepe buikademhaling werkt ontspannend en kalmerend.

Bij stress of inspanning gaat u korter en minder diep ademhalen en gebruikt u vooral de borstademhaling. Wanneer u overschakelt op buikademhaling, zult u rustiger en dieper ademhalen waardoor u zich vanzelf ontspant.

Door naar de Stablisatie-oefeningen >>