Oefening 1 - Loslaten van de buik bij ademhaling
Neem een houding aan als in de afbeelding. Met één of twee handen op de buik ongeveer ter hoogte van de navel.
Doe niets. Laat de ademhaling gewoon zijn gang gaan. Voel hoe de buik in het ritme van de ademhaling tegen de handen drukt. De buik drukt méér tegen de handen als je inademt en minder als je uitademt. Neem de tijd om dit te voelen.
Als je eenmaal het ritme voelt probeer dan toe te laten (dus niet gaan sturen maar ‘laten gebeuren’) dat de buik op het moment van inademen iets meer naar buiten ‘mag’. Je voelt dat je buik dan je handen iets meer naar buiten duwt. Doe dit elke ademhaling een klein beetje meer zonder dwingen of forceren.
Ook als de beweging eerst maar een beetje toeneemt is dat prima. De volgende keer kan je weer opnieuw proberen. Alles wat je probeert te dwingen of forceren werkt averechts.
Als de oefening werkt kan je op een moment zuchten of diep doorademen. Dat is een teken dat je het vastzitten van buik en diafragma hebt doorbroken.
Opletten
De oefening lijkt heel eenvoudig, maar is in de praktijk lastig. Zeker als er blokkades in buikwand of diafragma zijn. Daarom zijn er enkele zaken waar je op kunt letten:
-
Nooit forceren. Laat het gebeuren
-
Het kan zijn dat je tijdens het oefenen een toenemende spanning voelt rond de buikwand, het middenrif of de rug. Dit is de weerstand van de te gespannen spieren. Laat dit maar gebeuren. Op zeker moment zullen de spieren ontspannen en het gespannen gevoel verdwijnen.
-
Tijdelijk kan er een ongemakkelijk gevoel zijn. Dat kan, maar dat gevoel moet in de loop van de oefening afnemen. Pijn, te veel ongemak of benauwdheid mogen niet optreden. Als dit (bij herhaling ) gebeurt neem dan contact op met een deskundige (arts, therapeut) voor advies.