Soms is het lichaam niet (meer) in staat om bepaalde natuurlijke bewegingen uit te voeren. Dit kan gebeuren door een ongeluk, een zwangerschap of door soms onduidelijke redenen. Het is alsof uw lichaam de natuurlijke beweging is ‘vergeten’. Tijdens uw behandeling leert u hoe u door somatics-oefeningen de spieren activeert, waardoor de samenwerking tussen de spieren verbetert. Het is de bedoeling dat u de oefening ontspannen, maar met bewuste aandacht, uitvoert.
Oefening 6 – Hollen en bollen
Stap 1
U ligt op uw rug met gebogen knieën en uw voeten staan iets gespreid (op de breedte van uw heupen) op de grond.
Stap 2
Duw uw staartbeen (stuitje) in de grond. Uw onderrug zal omhoog buigen ter hoogte van uw broekriem en u voelt uw rugspieren iets aanspannen. Dit is hollen. Tijdens het hollen ademt u in.
Stap 3
Vervolgens duwt u uw bekken tegen de grond. Hierbij voelt u uw buikspieren iets aanspannen. Dit is bollen. Tijdens het bollen ademt u uit. Wissel het hollen en bollen af op het tempo van een rustige ademhaling.
Oefening 7 – Het vaatdoekje
Deze oefening heet ‘het vaatdoekje’ omdat het lichaam in een tegendraadse beweging wordt uitgerekt, alsof je een vaatdoekje uitwringt. Voer de oefening rustig uit, zonder uw lichaam te forceren, zo ontspannen mogelijk. Voel hoe uw hele lichaam zich rekt en strekt en geniet daarvan, alsof u een kat bent die zich lui en intens uitrekt.
Stap 1
U ligt op uw rug met uw benen gebogen en uw armen uitgestrekt opzij, de handpalmen naar boven.
Op uw inademing laat u beide benen naar links bewegen en op uw uitademing gaan de benen terug omhoog. Bij de volgende inademing gaan uw beide benen naar rechts en op uw uitademing weer omhoog.
Stap 2
Terwijl u de beenbeweging op uw ademhaling blijft herhalen, draait u tegelijk met uw hoofd in tegengestelde richting. Wanneer uw benen naar links gaan, draait u uw hoofd dus naar rechts.
Stap 3
Terwijl u de been- en hoofdbewegingen
blijft herhalen, gaan ook uw armen meedoen. Wanneer uw benen naar links gaan, gaat uw hoofd naar rechts en draait u uw linkerarm, zodat de handpalm naar beneden ligt. U kijkt dus naar uw geopende handpalm.Gaan uw benen weer naar rechts en draait uw hoofd naar links, dan draait u beide armen. Uw linkerhandpalm wijst nu naar boven, de rechterhandpalm naar beneden.
Deze bewegingen herhaalt u enkele keren op het ritme van uw ademhaling.
Oefening 8 – De vis
Deze oefening heeft zijn naam gekregen omdat de bewegingen die u maakt, doen denken aan de bewegingen van een vis die zwemt: het van en naar elkaar toe bewegen van onder- en bovenlichaam. Voer de oefening rustig uit met een ontspannen buikademhaling en forceer de bewegingen niet.
Stap 1
U ligt op uw zij, met uw benen opgetrokken en de knieën op elkaar. Uw onderste arm ligt gestrekt onder uw hoofd. Uw bovenste arm reikt helemaal over uw hoofd en u legt uw handpalm over uw oor.
Stap 2
Op uw inademing tilt u zachtjes uw hoofd iets omhoog. Op uw uitademing laat u uw hoofd weer rustig zakken, uw hand blijft op uw oor. Herhaal deze beweging enkele keren.
Stap 3
Op uw inademing tilt u rustig uw bovenste onderbeen omhoog. Hierbij blijven uw knieën op elkaar. Uw bovenste heup draait mee in de beweging, alsof u met uw heup uw oksel wilt aanraken. Op uw uitademing laat u uw onderbeen en heup weer rustig zakken. Herhaal deze beweging enkele keren.
Stap 4
Op uw inademing tilt u heel rustig zowel uw hoofd als uw onderbeen omhoog. Uw heup en schouder bewegen naar elkaar toe, alsof uw heup uw schouder wil aanraken. Op de uitademing laat u uw hoofd en been weer zakken. Herhaal deze beweging enkele keren.
Voer deze oefeningen ook op uw andere zij uit.